stukjes enzo

Luistervink

Van de week zat ik laat in de middag te werken bij de Firma Pekelhaaring in het hart van de Pijp. Laptop erbij, een venkelthee met bitterkoekjes, en later hun heerlijke tagliatelle met groene asperge, gepocheerd ei en zomertruffel. Uiteraard met een glas droog wit erbij. De fietsers, voetgangers en auto’s bekijken die door de van Woustraat vliegen. Beetje de overbuurman Pasticceria (met hun zalige ijsjes) in de gaten houden, en ondertussen nog wat werk verrichten. Niets aan de hand, geen vuiltje aan de lucht. Zou je denken. Tot er een stel een tafeltje verderop kwam zitten.

Met hun agenda’s. Zij begin veertig schat ik, hoogblond, een zwierig zomerjurkje aan, teenslippers aan haar voeten. Haar Amsterdamse stadsfiets met twee kinderzitjes – eentje voor eentje achter – had ze nonchalant tegen de gevel geparkeerd. Warrig haar, rode blossen op haar wangen. Ze oogde een beetje moe, maar bovenal spontaan en vrolijk. Hij kwam te voet; Mediterraans uiterlijk, niet zo groot, een stukje ouder dan zij – ik denk begin vijftig. Een gaaf, olijfkleurig gezicht met eendags-baardje, donkere ogen, designer jeans en een overhemd dat precies goed zat. Eerst dacht ik dat ze hier een werkoverleg hadden. Iets in de mode- of designwereld. Maar al snel kwam ik erachter dat dit exen waren. Exen met kinderen. Minimaal twee, want er werd over ze gesproken in meervoud, allebei in gebrekkig Engels. Zij met een hakkerig Nederlands accent en hij met een charmantere, Italiaanse tongval. De Grote Planning voor de komende maanden werd besproken. Ik kon er niets aan doen, maar ik was al snel compleet geobsedeerd door dit stel naast mij. Ik kón gewoon niet anders dan meeluisteren met hun gesprek.

Want het blijkt dus nog niet zo gemakkelijk: een kinderplanning maken als je gescheiden bent, allebei werkt en een eigen leven leidt. Vooral de man was nogal lastig. De planning die zijn ex bedacht had – zij had het ingewikkelde voorwerk al gedaan – kwam neer dat de kinderen zo’n 60% van de tijd bij haar waren en 40% bij de vader. Zij ging een weekje met ze kamperen in Nederland, en hij nam ze een week mee naar Italië. Het zuchten en steunen begon bij hem al snel, want the whooooollee weekk, was toch wel wat veel, vond hij. Dat hij ze moest oppikken in een uithoek van Nederland (ergens op een cámping, notabene) was ook veel moeite, gedoe en bovenal vervelend. Zij moest maar begrijpen dat hij zijn werk had en weinig tijd. Natuurlijk wilde hij ze zien, maar het ging gewoon allemaal moeizaam. Zij opperde dat zij óók fulltime werkte tijdens de weken dat de kinderen bij hem waren, en parttime als zij ze had. Hij reisde veel, voor werk nam ik aan. Hij nam ze dan mee en stopte ze de hele dag in een hotelkamer met een nanny. Zij was, uiteraard, not amused over deze gang van zaken. Ze moest lullen als Brugman en smeekte hem om wat harder te werken en projecten af te ronden als zij de kinderen had, zodat hij met ze naar buiten kon – iets kon ondernemen, als hij ze had. En niet van ’s ochtends negen tot ’s avonds zeven te moeten werken, de kinderen droppen met een oppas.

Ze bestelden allebei iets te eten en een glas wijn. Ik denk meer voor de vorm. Zij at weinig, zat maar een beetje met haar vork in haar salade te prikken. Hij at snel, en dronk nog sneller. Bestelde nog een glas. En nog een. Het gespreksonderwerp veranderde. Hij begon erover dat nu hij zijn eigen man cave (dat zei hij écht) had, hij eindelijk kon doen en laten wat hij wilde en dat hij dat heerlijk vond. Dat hij blij was dat hij weg was gegaan en zijn eigen leven nu leidde. Hij had de lelijke bank die zij ooit uitzocht eruit gedaan, ingeruild voor een ander exemplaar. Ik schaamde me voor het afluisteren maar mijn oren begonnen hier toch wel een beetje van te klapperen. Waar gíng het over? Hoe relevant is het, om dit weer te gaan bespreken terwijl je bezig bent met een planning voor je kinderen? Zij probeerde de boel te sussen en gaf aan dat ze inmiddels wel wist dat hij het vervelend vond dat zij het hele huis binnen no-time had ingericht. Maar dat hij in tien jaar tijd om precies te zijn 0 keer had gevraagd samen naar een interieur winkel te rijden op zaterdag. Dat er in tien jaar tijd sowieso nul initiatief vanuit hem was gekomen. Zijn snelle antwoord was natuurlijk dat zij hem altijd voor was, dus dat hij dat dan niet meer kón doen. Juist. Een triestheid overviel mij. Dat het contact tussen twee exen met kinderen zo moest gaan. En dat ik zo ongegeneerd had zitten meeluisteren. Ook niet bepaald classy.

De borden werden weggehaald, de espresso die hij besteld had sloeg hij in 1 keer achterover. Toen stond hij op en betaalde de rekening. Zij murmelde iets van de planning op de mail zetten, zodat hij het kon visualiseren voor zichzelf en het op die manier helder had. Ze stond nog even op, ik denk om gedag te zeggen. Maar zonder de moeder van zijn kinderen aan te kijken liep hij al de deur uit. Zij ging weer zitten, met een zucht en een traan. Buiten stak hij vluchtig de van Woustraat over, een sigaret in zijn hand. Even hoopte ik dat hij een tram over het hoofd gezien had, maar geschrokken van mezelf ruilde ik die gedachte toch in voor de hoop dat er een dikke stadsduif op zijn smetteloze overhemd zou kakken. Het gebeurde allebei niet. De enige aanwezige vogel die middag was ikzelf: De luistervink.

Foto: Aaron Burden via Unsplash 
Tekst: Aukje Wouters

You Might Also Like