Er gaat niets boven warmte
échte warmte
van de zon
met blote benen op het balkon
Wakker worden van de vogels
vroege zonnestralen
piepen onder het gordijn
nieuw licht, oh wat fijn
Thee en fruit
in het open raam
poedelnaakt
de stad ontwaakt
De geur van bloemen
van gras
en riet
een nieuwe dag als een mooi lied
Pollen
die stuiven
een jeukende neus
het is allemaal niet erg, heus
Weinig ochtendspits
naar werk
komkommertijd
heerlijk, de focus kwijt
Cappuccino
de krant
wat werk
je voelt je goed, oneindig sterk
Wielrennen in de avond
tot het donker wordt
weg van de stad
je zorgen die je vergat
Jij en ik
achter elkaar
twinkeling in je ogen
niets is gelogen
Barbecue in het park
rode konen
van plezier
in je hand koud bier
Met een vriend,
goed gesprek
op een terras
alles beter dan het ooit was
Een bootje,
varen en zingen
in het holst van de nacht
lachend, over de gracht
Rokjes
jurkjes
slippers en zwembroek
eindelijk dat goede boek
Alle dagen feest
energie voor tien,
vraag niet hoe
maar je wordt gewoon niet moe
Knisperend hout,
een vuurkorf
aan de rand van het IJ
iedereen blij
Twee mensen aan zee
dicht tegen elkaar,
in het zand
zitten ze, hand in hand
Avondbries,
met je haar
in de wind
hoeveel nachtjes, tot de lente begint?
Tekst: Aukje Wouters
Beeld: Jeremy Bishop via Unsplash