stukjes enzo

Kinderen

Kinderen. Wel of niet. Een levensvraag waar ‘vroeger’ (als in alles vóór pak ‘m beet 1970) vrijwel iedereen ‘Ja natuurlijk, dat hoort erbij!’ op riep. Een levensvraag die anno 2022 veel kritischer wordt benaderd. Gelukkig maar, want natuurlijk mag iedereen dit voor zichzelf bepalen. En ben je niet een meer gewaardeerd persoon mét of zónder. Want ja: kinderen. Wil je ze wel, of wil je ze niet. En wanneer dan? Heb je rammelende eierstokken, of niet zo? En, wanneer begint je biologische klok echt te tikken. Wat is de ideale leeftijd om ze te krijgen en, wanneer ben je (te) oud? En, wat áls je ze dan wilt en het niet lukt zwanger te worden?

Die van een ander zijn bijna altijd irritant. Goed, ik heb een aantal vrienden met écht schatten van kinderen. Ze luisteren goed, lusten olijven en oesters, zijn grappig, lief, gevat, behulpzaam en speels. Natuurlijk zijn ook die weleens vervelend en druilerig, maar in de juiste verhouding met dat ze leuk zijn. Goed opgevoede, aardige kinderen: tegenwoordig eerder uitzondering dan regel. Want ja, laten we wel wezen: veel kids van deze tijd zijn brutaal, lui, irritant en verwend. Die wil je het liefst achter het behang plakken.

Nu moet ik het zelf (als ze er ooit komen) dan nog wel gaan waarmaken, hè? Ik besef dat ik met dit soort uitspraken de lat hoog leg. Misschien creëer ik door mijn opvoeding wel de grootste etterbakjes die je je kunt voorstellen. Dus Auk, hold your horses een beetje met dit soort beweringen. Anyway. Terug naar de kern: wil je ze wel, wil je ze niet?

Rammelende eierstokken. Ik heb ze. Stiekem wil ik al meer dan 10 jaar graag moeder worden. In mijn vorige relatie was dit geen optie want hij wilde ze niet. In mijn huidige relatie is het op zich wel een optie want hij wil ze wel, maar niet nu meteen. We zijn pas 2,5 jaar (heel gelukkig) samen en allebei razend druk met werk en carrière. Toch speelt de gedachten steeds vaker van mezelf als moeder orang-oetang met zo’n klein hulpeloos lichaampje tegen me aangedrukt. Kusjes geven, liedjes zingen, een boekje voorlezen, urenlang in de speeltuin kijken hoe hij of zij speelt, rent, zingt, lacht, huilt, het leven viert en benadert op de meest eenvoudige wijze: die van een kind.

Maar dan de keerzijde. Slapeloze nachten, een uitgedijd slash uitgescheurd moederlijf (at least voor tijdelijk), lekkende melkborsten, een chaos in huis, een chaos in mijn (werk)agenda, minder tijd voor mezelf, een huilbaby en/of spuitluiers. Om dan de zorgen voor de rest van je leven over je kind, het klimaat, de wereld, zijn of haar toekomst, veiligheid en levensdoelen/vreugde nog maar buiten beschouwing te laten.

Maar toch. Ondanks klimaatverandering die steeds merkbaarder worden, een oorlog in Oekraïne, de inflatie, het feit dat we met veel te veel op de wereld zijn en er al zoveel kindertjes zijn zonder sprankelende toekomst, het in a way egoïstisch is om nog een humanbeing op de wereld te planten. En dat je leven nooit meer onbezorgd en vrij kan zijn. Maar toch. Ondanks al deze argumenten: zo’n klein zacht kinderkruintje, heb je daar weleens aan geroken? Je neus in gestoken. Oef. Zalig. En dan die vingertjes, wangetjes en die glimmende oogjes. De lachjes en als ze ouder worden grappige vragen, stellingen of kinder-logica. Ze dingen leren. Knutselen op een druilerige zondag of uren het bos in op een zonnige zondag. Men zegt dat je zó veel terugkrijgt voor het ouderschap, ja toch? En clichés zijn meestal waar.

Dan is er nog de issue van leeftijd. Ik ben bijna 34 en mijn Mister is 38. Het is niet zo dat we echt al bejaarde ouders zullen worden, maar enige haast (zeker als je nog een tweede wilt?) is misschien wel gewenst. Voor geest én lichaam schijnt het voor een vrouw ergens tussen je 24e en 30ste het best te zijn om te baren. Lichamelijk ligt die leeftijd zelfs lager, rond je 20ste tot je 26ste maar tel je geest ook mee dan kom je uit ergens rond je 26ste. Dus ik ben al een beetje laat. Aan de andere kant zijn er ook genoeg verhalen van vrouwen die dolblij zijn dat ze iets later begonnen zijn, of vrouwen die juist zeer content zijn dat ze al rond hun twintigste een kindje hebben gekregen. Of zwanger worden meteen lukt is ook nog een interessante kwestie. Dat is dus voor mij wel een reden om tóch net iets eerder te beginnen dan misschien handig of gewenst. Je moet ervan uitgaan dat het niet meteen lukt zwanger te worden. Het is echt niet vanzelfsprekend.

Lang verhaal kort. Ik ben (of: wij zijn) er nog niet helemaal uit. Alles in mij schreeuwt ‘ja ik wil’ en alles in mijn brein schreeuwt ‘nee niet handig’. Als ik alleen al kijk naar onze banen, ons te kleine huis en onze drukke agenda’s zie ik talloze issues. Maar als ik naar mijn hart kijk en luister zie of hoor ik weinig issues. Liefde zal er in overvloed zijn, ons kindje zou welkom zijn en er zal ten alle tijden goed voor worden gezorgd. Dus wie weet moeten we toch maar beginnen. En heel hard duimen dat het lukt. ♥︎

You Might Also Like