stukjes enzo

Point of nu wil ik return

Ondanks het feit dat we alweer bijna leven in september, is het uitstekend fietsweer. Lange dagen – het is nog steeds pas rond 21.00 écht donker – lekkere gemiddelde temperaturen, soms een buitje, maar ook geregeld zon. Dus ik fiets veel. Mijn benen worden sterker en gestreepter (de welbekende wielrenners-tanlines), mijn fietsketting moet hoognodig doorgesmeerd worden en het profiel van die dunne bandjes is ook wel eens dieper geweest. Ik kan elke dag wel fietsen. Ik heb een soort stilzwijgend verbond gesloten met mezelf en met mijn snelle fietsje. Ik wil het er echt nog even goed van nemen voor de herfst haar intrede doet.

Toch heb ik vaak wel zo’n moment, vaak na een kilometer of 70, dat ik me afvraag wat ik eigenlijk aan het doen ben. Als ik dan ook nog eens honger heb, door mijn voorraadje koekjes, bananen en krentenbollen heen ben, het koud krijg, of wanneer ik de wind nog even vol in mijn gezicht krijg, dan kan ik flink vloeken en tieren. Als ik een slechte dag heb gehad of ergens mee zit dan kan ik zelfs even goed janken. Tja, deze online confessie hier is niet persé stoer. Ik heb dan het Point Of Nu Wil Ik Return bereikt. Ondanks dat fietsen en buiten in de natuur zijn mijn meest favourite tijdsbesteding is, kan ik plots hevig verlangen naar het moment dat ik thuiskom. Dat ik een warme douche kan nemen, vervolgens een groot shirt en een pyjamabroek aan kan trekken en met fris gewassen haren de koelkast leegeet. Me op de bank stort en muziekjes luister. Als ik met anderen fiets, die nog helemaal niet naar huis willen en vinden dat de tocht pas net een beetje op gang komt, dan pas ik me aan. Maar ze zullen merken dat ik stiller word. Dat ik meer moeite moet doen om vooruit te komen. Dat ik met mijn hoofd bij oesters en glazen wijn zit. En even later denkt mijn hoofd alleen nog maar aan vette friet met mayonaise. Ik ben dan gewoon leeg, uitgeput, en wil het zweet en de modder van me afspoelen. Opwarmen en bijkomen.

Dit Point Of Nu Wil ik Return heb ik overigens niet altijd. Het heeft te maken met de afstand die ik fiets, hoe sterk mijn benen zijn, of ik vrolijk ben en energie heb, of dat ik een beetje moe en chagrijnig ben. Het heeft ermee te maken of ik genoeg gegeten heb of niet, en of het koud of nat is. Herken je het gevoel dat ik beschrijf, of ben ik gewoon een aanstelster en zit het echte wielrenbloed nog altijd niet echt in me? Wat het ook is, ik kan mezelf behoorlijk tegenkomen en verander binnen een half uur van een vrolijk fietsmeisje in een zure stengel tot en met. Ik heb dan een enorme hekel aan mezelf, vind mezelf een slappeling en neem me voor nooit meer te gaan fietsen.

Een paar dagen later zit ik altijd weer op de fiets. Met nieuwe moed, verse benen, een gesmeerde ketting, proviand in de zakjes op mijn rug en mijn haren wapperend in de wind.

Point of Nu Wil Ik Return

Bovenste foto: Yulia Chinato via Unsplash
Onderste foto: Nomao Saeki via Unsplash
Tekst: Aukje Wouters

You Might Also Like